Zonder feedback kun je niet excelleren

01 - 09 - 2017

Feedback en groeipijn

De lerarenopleiding, weet je het nog? Het eindeloos nabespreken van stagelessen, intervisie, zelfreflectie, nog meer stage en nóg meer feedback. Continue leren, verbeteren en je talenten ontplooien. Uit je comfortzone. Groeien. Ontwikkelen. Het goed willen doen. Tips vragen. Feedback krijgen. Het beste uit jezelf halen. Excelleren.

Feedback was een belangrijk onderdeel van mijn lerarenopleiding. Ik vroeg feedback aan medestudenten (“Is deze opdracht leuk genoeg voor Havo4?”), aan mijn stagebegeleider (“Wat deed ik waardoor de les zo rommelig verliep?”) en aan leerlingen (die vonden dat ik mijn best deed om het leuk te brengen, maar wel duidelijker moest schrijven).

Ik groeide door de feedback die ik kreeg. Soms met groeipijn. Feedback is niet altijd leuk of gemakkelijk, maar het is wel nodig om echt goed te worden. Excelleren; dat wilde ik. Dus ik pakte de opleiding serieus aan. Nam het spaargeld van mijn Zilvervloot op, zodat ik geen bijbaantje nodig had en alle tijd in de opleiding kon stoppen. Ik vroeg feedback, reflecteerde me suf en schreef vier logboeken vol. Het wierp zijn vruchten af, getuige de ‘cum laude’ op mijn diploma. Maar wat belangrijker is: ik heb een inspirerend jaar gehad en ik ben gegroeid, als professional en als mens. Zo ontdekte ik de kracht van positieve feedback. En dat de ‘oog om oog, tand om tand’ benadering niet de handigste manier is om met anderen om te gaan. “Als een leerling geen huiswerk maakt voor mijn les, dan kijk ik zijn proefwerk ook niet na,” was het voornemen dat ik naar mijn stagebegeleider uitsprak. Nou, daar kreeg ik feedback op, niet te zuinig...

 

Huh, waar is de feedback gebleven?

Na de opleiding kreeg ik een baan als docent. En opeens was het afgelopen: geen enkele collega die mij feedback gaf of voorstelde om een intervisiegroep te vormen. Iedereen was gefocust op zijn eigen lessen. Er waren wel projectgroepen, maar daarin ging het over leerlingen, lesmethodes of nieuwe ontwikkelingen. Niet over ons eigen functioneren. Toegegeven, mijn ervaringen zijn al weer ruim vijftien jaar oud. Misschien is het nu heel normaal om feedback te vragen aan collega’s of in de vakgroep te bespreken hoe je jezelf verder kunt ontwikkelen. Ik hoop het. Maar vanuit mijn rol als trainer weet ik dat dat niet overal zo is. Ik kom regelmatig op scholen, voor een training aan schoolleiders of een mentortraining LOB bijvoorbeeld. En steeds valt het me op dat docenten meer gericht zijn op het zenden van informatie, dan op het stellen van vragen. Als deskundige op je vakgebied moet je natuurlijk kennis overdragen. Maar als regisseur van je eigen ontwikkeling is het stellen van vragen veel effectiever. Feedback vragen. En doorvragen op de reacties die je krijgt.

 

Ontwikkelingsgerichte feedback

Wanneer heb jij voor het laatst aan een collega gevraagd wat hij in jou waardeert? En aan welk punt je extra aandacht kunt besteden? Feedback geven vinden veel mensen lastig en spannend. En feedback vrágen is helemaal ongebruikelijk. Maar wel belangrijk, als je wilt excelleren en je talenten ten volle wilt benutten. Het is spannend, dat zal ik niet ontkennen. Je stelt je namelijk kwetsbaar op. Tegelijkertijd zit daarin de kracht van feedback vragen. Je nodigt uit tot een open, constructief gesprek, over wezenlijke zaken. En dat heeft invloed op de sfeer in de docentenkamer. Wanneer feedback ‘normaler’ wordt, verbetert de samenwerking, neemt het zelfvertrouwen toe en ontwikkelen mensen zich. En daar profiteren ook de leerlingen weer van.

 

Durf jij het aan?

Wil jij excelleren? Dan is feedback een effectief instrument. Je kunt kiezen voor een luchtige manier, met metaforische vragen. Nodig je collega uit voor een drankje na schooltijd of vraag je vakgenoten om samen te lunchen en het spel Feedbackkaartente doen. Stel vragen als: “Volgende zomer zou ik graag op een cruiseschip willen werken. Wat zie je mij daar doen?” Of: “Als ik een auto zou zijn, welke auto zou ik dan zijn?” [1]Vraag door op de antwoorden, zodat duidelijk wordt welke talenten je collega’s in jou zien en welk adviezen ze mogelijk voor je hebben.

Je kunt ook kiezen voor een meer gestructureerde aanpak, waarbij je concreet werkt aan een persoonlijk ontwikkelpunt. Dat is het uitgangspunt van het boek Feedback Challenge. Een praktisch instrument waarmee je 15 dagen feedback gaat vragen aan collega’s, je leidinggevende en anderen (leerlingen of hun ouders bijvoorbeeld). De Feedback Challengebestaat uit drie delen en begint met het vragen (en geven) van positieve feedback. Het tweede deel is het reflectiedeel, waarin je nadenkt over feedback uit het verleden en je eigen houding ten opzichte van feedback onderzoekt. In het laatste deel staat adviserende feedback centraal en vraag je tips aan je omgeving, waarmee jij kunt excelleren.

 

 

Praktische tips om feedback te vragen aan collega’s:

  1. Kies een geschikt moment. Je collega benaderen wanneer de eerste bel na de pauze al is gegaan, terwijl zij met een stapel boeken in de armen snel haar postvakje leegt en ondertussen een leerling te woord staat gaat natuurlijk niet heel succesvol worden…
  2. Vertel je collega dat je jezelf graag wilt ontwikkelen en daarom feedback vraagt. Als je de Feedback Challengedoet, kun je zeggen dat het een opdracht is vanuit het boek - je mag mij de schuld geven ;)
  3. Formuleer een persoonlijk ontwikkelpunt en stel een concrete vraag daarover. Vraag bijvoorbeeld om een advies dat je morgen meteen kunt toepassen.
  4. Geef je collega tijd om over je vraag na te denken. Spreek af wanneer je erop terugkomt.
  5. Vraag door op het antwoord dat je krijgt. Maak het specifiek. Stop niet bij algemeenheden als “je doet het goed hoor”. Daar heb je namelijk niet veel aan, want je leert er niet van (al is het wel fijn voor je ego). Als je het niet eens bent met de reactie van je collega, vraag dan ook door. Ga jezelf niet verdedigen, hoe verleidelijk misschien ook. Het zorgt er alleen maar voor dat je collega de volgende keer niets meer zegt. Stel vragen als: wat bedoel je? Wat merk je? In welke situaties doe ik dat? Wat levert het me op om het anders te doen?

 

 

Feedback in de mentorles 

“Hé gast, wat heb jij nu voor schoenen aan?” “Ja, voor jou is wiskunde makkelijk, maar voor mij niet!” Dingen die leerlingen tegen elkaar zeggen… Voor pubers is de mening van peersvan groot belang. Mijn ervaring is dat jongeren, wanneer ze daartoe uitgenodigd worden, graag feedback vragen aan elkaar. In het begin gaat dat wat onwennig, maar al snel overwint hun nieuwsgierigheid. Het spel Blik op jong talent kan daarbij helpen. Het geeft leerlingen inzicht in hun talenten en interesses, door ‘medespelersvragen’ die anderen voor hen moeten beantwoorden. Vragen als ‘Ik mag optreden in het circus, wat zou ik het beste kunnen?’ of ‘Welk vakantiebaantje zou goed bij mij passen?’ Jongeren met wie ik het spel speel zijn altijd erg benieuwd naar de antwoorden die hun klasgenoten geven op deze vragen. Je ziet ze glunderen, als ze te horen krijgen waar ze goed in zijn. Spelenderwijs krijgen ze zo positieve feedback. Je kunt dit soort vragen goed inzetten in een mentorles. Zo ontwikkel je de meningsvorming van leerlingen, geef je jongeren extra zelfvertrouwen en help je ze te ontdekken waar ze goed in zijn. Feedback helpt ook leerlingen excelleren!

 

Dit artikel is in september 2017 gepubliceerd in Bij de les, het magazine voor schooldecanaat en leerlingbegeleiding.