Hé pannenkoek
04 - 04 - 2018
“Nee, pannenkoek, dat heb ik niet!” wilde ik uitroepen als mensen mij vroegen of ik “ook een spel over negatieve feedback heb”. Ik geloof niet in ‘negatieve feedback’: hier heb je een bak ellende en zoek het verder maar uit. Toch kreeg ik de vraag zo vaak dat ik bijna aan mijn eigen principes ging twijfelen. Was ik een naïeve positivo? Geloofde ik in sprookjes en werd het tijd om de realiteit onder ogen te zien?
Feedback die stimuleert
Inmiddels is er een vervolg op het eerste feedbackspel. Feedbackkaarten Deel 2 gaat niet over negatieve, maar over ‘adviserende’ feedback. Daar geloof ik wel in: in feedback die stimuleert, die je helpt groeien. Geen feedback die je slechte kanten benoemt en het daarbij laat, maar die aangeeft op welke punten je je verder kunt ontwikkelen, wat je meer of beter zou kunnen doen volgens de ander. Het spel helpt om ‘moeilijk commentaar’ op een laagdrempelige en respectvolle manier te bespreken. Zo wordt kritiek advies waar anderen iets mee kunnen.
Soms even slikken
Adviserende feedback kreeg ik zelf ook veel het afgelopen jaar. Nogal logisch: ik vroeg erom. Bij het ontwikkelen van een nieuw spel leg ik de spelregels en de vragen aan een aantal mensen voor. Ik speel verschillende testrondes en ik nodig spelers en meelezers uit om aan te geven wat beter kan en wat anders moet. Dat is soms slikken. Dan heb ik bijvoorbeeld een vraag bedacht die ik zelf interessant vind, maar die door de testgroep afgefakkeld wordt. Omdat ze ‘m niet leuk vinden, niet begrijpen of omdat de vraag te onveilig voelt. Beschrijf mijn gedrag in een vergadering op karikaturale wijze of laat het zien. Welk advies heb je voor mij?heeft het niet gehaald. Ik geef toe, dit is een spannende vraag. Je moet elkaar vertrouwen om deze vraag te durven stellen. Dan kan hij leuk en inzicht gevend zijn. En kun je er samen om lachen: ‘o ja, dat doe ik inderdaad, ik ben net Juf Ank!’.
In welke eeuw ben jij geboren?!
Ik leer van testrondes en van feedback door meelezers. Ik leer dat het heel nauw komt met de formulering. Dat sommige mensen niet van metaforische vragen houden (en anderen wel). Dat mensen bij zinsneden als ‘het welslagen van dit spel’ hun wenkbrauwen optrekken en vragen: ‘zeg, pannenkoek, in welke eeuw ben jij geboren?!”. Adviserende feedback houdt je scherp, helpt je om beter te worden in je werk en om te groeien als persoon.
p.s. Voor mij is ‘pannenkoek’ trouwens geen scheldwoord, maar een guilty pleasure…